ECLI:NL:CBB:2003:AI1103
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning taxivervoer op basis van vakbekwaamheidseisen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 juli 2003 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, h.o.d.n. B, en de Minister van Verkeer en Waterstaat. Appellant had op 27 november 2002 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerder van 25 oktober 2002, waarin de aanvraag voor een vergunning tot het verrichten van taxivervoer op grond van de Wet personenvervoer 2000 was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de vakbekwame persoon, mw. C, niet permanent en daadwerkelijk leiding zou geven aan de onderneming.
De procedure begon met de indiening van de aanvraag voor de taxivergunning, waarbij mw. C als vakbekwaam leidinggevende werd opgegeven. Echter, tijdens de hoorzitting bleek dat mw. C niet alle wezenlijke beslissingen nam en dat haar betrokkenheid bij de onderneming niet voldoende was om aan de eisen van vakbekwaamheid te voldoen. Het College concludeerde dat mw. C niet aannemelijk kon maken dat zij daadwerkelijk leiding gaf aan de onderneming, mede gezien haar andere verplichtingen en de aard van de samenwerking met appellant.
Het College oordeelde dat verweerder terecht had geconcludeerd dat aan de eisen van artikel 26 van het Besluit personenvervoer 2000 niet was voldaan. De betrokkenheid van mw. C was niet voldoende om te spreken van permanent en daadwerkelijk leidinggeven. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan verweerder opgelegd. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor vakbekwame personen om daadwerkelijk en permanent betrokken te zijn bij de leiding van een taxionderneming om in aanmerking te komen voor een vergunning.