ECLI:NL:CBB:2003:AI1082
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Weigering van EG-verklaring taxivervoer op basis van onvoldoende bewijs van vakbekwaamheid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 juli 2003 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat, en de Minister van Verkeer en Waterstaat. Appellante had op 29 april 2002 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerder van 20 maart 2002, waarin de aanvraag voor een EG-verklaring taxivervoer was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellante niet kon aantonen dat zij gedurende de vereiste periode van vijf jaar daadwerkelijk belast was met het dagelijks beheer van een taxionderneming.
De feiten van de zaak tonen aan dat appellante sinds 1995 als taxichauffeur werkzaam was, maar dat de inschrijving in het Handelsregister pas op 16 december 1996 plaatsvond. De Minister had twijfels over de echtheid van de overgelegde documenten en concludeerde dat appellante niet voldeed aan de eisen van vakbekwaamheid zoals gesteld in de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000. Het College oordeelde dat de bewijsvoering van appellante onvoldoende was om aan te tonen dat zij de afgelopen vijf jaar daadwerkelijk leiding had gegeven aan een taxionderneming.
De uitspraak benadrukt het belang van de vereiste bewijsvoering voor het verkrijgen van een EG-verklaring en de strikte eisen die aan vakbekwaamheid worden gesteld. Het College concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat zij aan de eisen voldeed en verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing van de Minister om de EG-verklaring te weigeren werd daarmee bevestigd.