ECLI:NL:CBB:2003:AH9726
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- E.J.M. Heijs
- B. van Wagtendonk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen landbouwheffing op invoer van rozijnen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 juni 2003 uitspraak gedaan over een beroep ingesteld door A Handelsonderneming BV en B tegen een besluit van de inspecteur van de belastingdienst/Douane district Rotterdam. Het beroep was gericht tegen een besluit van 7 mei 2001, waarbij een landbouwheffing van f 37.607,80 was opgelegd aan appellante sub 1 naar aanleiding van negen aangiften ten invoer van rozijnen. De appellanten hebben hun beroep nader toegelicht en verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 21 maart 2003 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
De kern van het geschil betreft de vraag of de opgelegde landbouwheffing terecht is opgelegd. De inspecteur heeft gesteld dat de invoerprijs van de rozijnen niet te controleren was, wat leidde tot de maximale compenserende landbouwheffing. Appellante sub 1 heeft betoogd dat de betalingen voor de ingevoerde zendingen zijn gedaan, en heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder inkoopfacturen en bankafschriften. Het College heeft vastgesteld dat verweerder in het bestreden besluit niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de overgelegde stukken niet voldeden.
Het College heeft geoordeeld dat het beroep van appellante sub 1 gegrond is en het bestreden besluit vernietigd. Het College heeft verweerder opgedragen een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Het beroep van appellant sub 2 is niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Tevens is bepaald dat de Staat der Nederlanden het griffierecht aan appellante sub 1 vergoedt.