ECLI:NL:CBB:2003:AF7153
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Weigering EG-verklaring taxivervoer op basis van onvoldoende leidinggevende ervaring
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 maart 2003 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A en de Minister van Verkeer en Waterstaat. Appellant had een verzoek ingediend om een EG-verklaring taxivervoer op basis van vijf jaar praktijkervaring. De Minister had dit verzoek afgewezen, omdat appellant niet had aangetoond dat hij gedurende de wettelijk vereiste periode van vijf jaar daadwerkelijk belast was met het dagelijks beheer van een taxionderneming met een geldige vergunning.
De procedure begon op 16 april 2002, toen appellant een beroepschrift indiende tegen het besluit van de Minister van 5 maart 2002. De Minister had op dat moment al een besluit genomen op het bezwaar van appellant tegen de weigering van de EG-verklaring. Tijdens de hoorzitting op 12 februari 2003 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, maar het College oordeelde dat appellant niet voldeed aan de eisen van de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000.
Het College concludeerde dat artikel 125 van het Besluit strikt moest worden uitgelegd, wat inhield dat de praktijkervaring in een aaneengeschakelde periode van vijf jaar moest zijn opgedaan. Appellant had slechts kunnen aantonen dat hij vanaf 3 januari 1997 belast was met het dagelijks beheer van een taxionderneming, wat niet voldeed aan de vereisten van de wet. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en het College oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.