ECLI:NL:CBB:2003:AF7111
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Weigering van de Minister van Verkeer en Waterstaat om een EG-verklaring taxivervoer te verstrekken aan appellant
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 april 2003 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door mr. I.J. Verbaan, en de Minister van Verkeer en Waterstaat, vertegenwoordigd door mr. H.J. 't Hart. Appellant had op 28 december 2000 een verzoek ingediend om een verklaring van vakbekwaamheid op basis van vijf jaar praktijkervaring. De Minister weigerde deze verklaring bij besluit van 17 april 2001, omdat appellant volgens de Minister niet voldeed aan de eis van vijf jaar ervaring in het dagelijks beheer van een taxionderneming met een geldige vergunning. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Minister handhaafde zijn besluit.
Tijdens de hoorzitting op 19 februari 2003 heeft appellant zijn standpunt toegelicht en documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn claim dat hij aan de vereisten voldeed. Het College heeft vastgesteld dat de Minister terecht van mening was dat alleen ervaring opgedaan na 24 december 1996 meetelt voor de vereiste van vijf jaar. Activiteiten ter voorbereiding van de bedrijfsvoering, zoals de aanschaf van een auto, tellen niet mee als appellant voor die datum niet over een vergunning beschikte. Het College concludeert dat appellant niet kan worden geacht te voldoen aan de eisen van vakbekwaamheid zoals gesteld in de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000.
Het College heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van de vereisten voor vakbekwaamheid in de taxivervoersector en de noodzaak om aan de wettelijke voorwaarden te voldoen voordat een vergunning kan worden verleend.