ECLI:NL:CBB:2003:AF6868
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- R.R. Winter
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening inzake de dienstregeling van buslijn 5 in Amersfoort
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 maart 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, A, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, dat nieuwe bushaltes had vastgesteld voor de route van buslijn 5 door de Bombardonstraat. Verzoeker, die aan de Tamboerijnstraat woont, vorderde dat de buslijn langs de voorkant van zijn woning zou worden geleid om overlast in zijn achtertuin te voorkomen.
De procedure begon met een besluit van 29 oktober 2002, waarin de gemeente de nieuwe bushaltes vaststelde. Verzoeker maakte bezwaar en vroeg om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat de route van de buslijn ernstige gevolgen had voor zijn gezin. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, inclusief de Wet personenvervoer 2000, die bepaalt dat de uitvoering van openbaar vervoer openbaar dient te worden aanbesteed.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeente geen bevoegdheid had om de dienstregeling vast te stellen, aangezien deze taak bij de vervoerder, Connexxion, ligt. De rechter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet voor inwilliging in aanmerking kwam, omdat de bezwaren van verzoeker niet gericht waren tegen een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en stelde dat de wetgever met de Wet personenvervoer 2000 de bevoegdheid om dienstregelingen vast te stellen bij de vervoerder heeft gelegd, waardoor de gemeente niet meer kan ingrijpen in de dienstregeling.
De uitspraak benadrukt de scheiding van verantwoordelijkheden tussen de gemeente en de vervoerder en de beperkte mogelijkheden voor individuele belanghebbenden om invloed uit te oefenen op de dienstregeling. De voorzieningenrechter heeft geen termen aanwezig geacht om de gemeente te veroordelen in de kosten van de procedure.