ECLI:NL:CBB:2003:AF5718
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.J. Kuiper
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Intrekking vergunningen voor binnenlands en grensoverschrijdend beroepsvervoer wegens gebrek aan reële vestiging in Nederland
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 februari 2003 uitspraak gedaan over de intrekking van vergunningen voor binnenlands en grensoverschrijdend beroepsvervoer van A B.V. De zaak is ontstaan na een onderzoek door de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) naar de feitelijke vestiging van de onderneming in Nederland. Op 21 maart 2001 heeft NIWO vastgesteld dat A B.V. niet aannemelijk kon maken dat zij in Nederland was gevestigd en dat de vakbekwame bestuurder daadwerkelijk leiding gaf aan de vervoerwerkzaamheden. Dit leidde tot de intrekking van de vergunningen op 13 juni 2001.
A B.V. heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft A B.V. betoogd dat zij wel degelijk feitelijk is gevestigd in Nederland en dat de intrekking van de vergunningen onterecht was. Het College heeft echter geoordeeld dat NIWO voldoende onderzoek had gedaan en dat de conclusie dat er geen sprake was van een reële vestiging in Nederland terecht was. De onderneming had niet de benodigde gegevens overgelegd om aan te tonen dat zij aan de eisen voldeed.
Het College heeft vastgesteld dat de vergunningen op goede gronden zijn ingetrokken, omdat A B.V. niet kon aantonen dat zij voldeed aan de voorwaarden van vakbekwaamheid en reële vestiging. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte en volledige administratie en de noodzaak voor ondernemingen om aan de wettelijke eisen te voldoen. Het beroep van A B.V. is ongegrond verklaard, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.