ECLI:NL:CBB:2002:AF3249
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Intrekking van vergunningen voor binnenlands en grensoverschrijdend beroepsvervoer van R. Swain & Sons B.V. door de NIWO
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 december 2002 uitspraak gedaan in het geschil tussen R. Swain & Sons B.V. en de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO). De zaak betreft de intrekking van vergunningen voor binnenlands en grensoverschrijdend beroepsvervoer die aan appellante waren verleend. De NIWO had op 7 juni 2000 besloten de vergunningen in te trekken, omdat uit een onderzoek was gebleken dat de feitelijke vestiging van de onderneming niet in Nederland plaatsvond, maar vanuit Engeland werd geleid. Appellante had op 16 januari 2001 beroep ingesteld tegen het besluit van de NIWO van 7 december 2000, waarin het bezwaar tegen de intrekking van de vergunningen werd afgewezen. De kern van het geschil draait om de vraag of de NIWO terecht heeft geconcludeerd dat er geen sprake was van een reële vestiging van de onderneming in Nederland, wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van de vergunningen. Het College oordeelde dat de eisen van de Wet goederenvervoer over de weg en de Europese regelgeving vereisen dat een onderneming daadwerkelijk en permanent vanuit Nederland wordt geleid. De appellante voerde aan dat de eis van een reële vestiging in strijd is met de vrijheid van vestiging, maar het College oordeelde dat de NIWO op basis van de beschikbare gegevens terecht had besloten tot intrekking van de vergunningen. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard.