ECLI:NL:CBB:2002:AE7299
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verbindendheid van de Tarievencode in relatie tot het LUP-besluit
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 augustus 2002, geregistreerd onder AWB 00/772, werd het beroep van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) gegrond verklaard. De zaak betrof de vaststelling van het landelijk uniform producenten transporttarief (LUP) door de Directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie. VEMW had bezwaar gemaakt tegen de TarievenCode, die de basis vormde voor het LUP-besluit, en stelde dat deze onverbindend was omdat deze in strijd zou zijn met de Elektriciteitswet 1998. De appellante betoogde dat de wetgever niet de bedoeling had om een ruimere rechtsbescherming te creëren dan bij reguliere besluiten, en dat de Tarievencode niet voldeed aan het kostenveroorzakingsprincipe.
Het College oordeelde dat de Directeur DTe ten onrechte had geoordeeld dat exceptieve toetsing van de Tarievencode niet mogelijk was. Het College stelde vast dat de appellante in haar beroep de onverbindendheid van de Tarievencode aan de orde kon stellen, ongeacht het feit dat het een algemeen verbindend voorschrift betrof. De uitspraak benadrukte dat de mogelijkheid om de onverbindendheid van een algemeen verbindend voorschrift in te roepen niet in de tijd is beperkt, wat betekent dat toekomstige belanghebbenden ook de mogelijkheid hebben om dit aan te vechten.
Het College vernietigde het bestreden besluit van de Directeur en oordeelde dat deze niet voldoende gemotiveerd was. De uitspraak leidde tot een proceskostenveroordeling, waarbij de Staat werd veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure en het griffierecht aan de appellante. Het College droeg de Directeur op om opnieuw op de bezwaren van de appellante te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.