ECLI:NL:CBB:2001:AB2095
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.M. Wolters
- H.C. Cusell
- G.A.J. van den Hurk
- Rechtspraak.nl
Tuchtklacht tegen registeraccountant wegens onzorgvuldig handelen bij WOZ-waarde
In deze zaak gaat het om een tuchtklacht van appellant A, ingediend tegen registeraccountant B, naar aanleiding van een beslissing van de raad van tucht voor registeraccountants. De klacht betreft het handelen van B in relatie tot de WOZ-waarde van de woning van appellant. De raad van tucht had op 20 april 2000 een beslissing genomen, waartegen appellant op 28 juni 2000 beroep aantekende bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De zitting vond plaats op 24 april 2001, waarbij zowel appellant als betrokkene aanwezig waren, laatstgenoemde bijgestaan door zijn advocaat.
Het College heeft de feiten vastgesteld zoals die door de raad van tucht zijn vastgesteld, en heeft de bestreden tuchtbeslissing beoordeeld. De raad van tucht had appellant niet ontvankelijk verklaard voor een deel van de klacht en de overige onderdelen ongegrond verklaard. Appellant stelde dat de notulen van de zitting niet volledig waren en dat de raad van tucht gebrekkig had gemotiveerd.
Het College oordeelde dat het eerste middel van appellant geen doel trof, maar dat het tweede middel wel gegrond was. Het College was van mening dat betrokkene onzorgvuldig had gehandeld door geen actie te ondernemen na het bekend worden van de lagere WOZ-waarde voor de jaren 1998 en 1999. Het College vernietigde de beslissing van de raad van tucht en verklaarde het klachtonderdeel onder a gegrond, maar oordeelde dat er geen maatregel opgelegd hoefde te worden. Het klachtonderdeel onder b werd ongegrond verklaard. De beslissing van het College werd op 5 juni 2001 openbaar uitgesproken.