dhr. mr. J.R.R. Oevering

De Rechtbank Breda heeft de teruggaaf van omzetbelasting aan een Duitse GmbH afgewezen, omdat de plaats van dienst Duitsland was en de Nederlandse omzetbelasting op de facturen niet terecht was vermeld. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Rechtbank Breda verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de heffingsambtenaar en kent kostenvergoeding toe aan de belanghebbende.

Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat belanghebbende recht heeft op werkelijke proceskostenvergoeding van € 7.808,78 bij naheffingsaanslag loonheffing, en dat verzoek om schadevergoeding enkel door civiele rechter kan worden behandeld.