ECLI:NL:RVS:2025:813

Raad van State

Datum uitspraak
28 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
202500442/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie

Op 28 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, welke op 15 augustus 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 15 januari 2025 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank heeft de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.

Tegen deze uitspraak heeft de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er nader onderzoek nodig is naar de argumenten die de minister in hoger beroep heeft aangevoerd. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten om een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 28 februari 2025, en is vastgesteld door mr. A. Kuijer, met mr. N. Tibold als griffier.

Uitspraak

202500442/2/V2.
Datum uitspraak: 28 februari 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 15 januari 2025 in zaak nr. NL24.33125 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 15 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 15 januari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De minister verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist.
2.       Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is een nader onderzoek nodig naar wat de minister in hoger beroep heeft aangevoerd. Daarom en gelet op de belangen die de minister en de vreemdeling naar voren hebben gebracht, treft hij een voorlopige voorziening.
3.       De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. A. Kuijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.
w.g. Kuijer
voorzieningenrechter
w.g. Tibold
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 februari 2025
853-1003