ECLI:NL:RVS:2025:733

Raad van State

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
202405298/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.F. de Groot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake bestemmingsplan Vlierden-Zuid, fase 2

Op 2 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Deurne het bestemmingsplan "Vlierden-Zuid, fase 2" vastgesteld. Hiertegen heeft Dierenhotel/Kennelbouw Molenzicht beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 13 februari 2025, waar Molenzicht vertegenwoordigd was door gemachtigden en een advocaat, en de raad door een aantal vertegenwoordigers. Tijdens de zitting heeft de raad aangegeven dat zij, na overleg met CPO-2 Vlierden Zuid, zal wachten met het aanvullen van de aanvraag voor een omgevingsvergunning totdat de Afdeling heeft beslist in de bodemprocedure. Dit heeft geleid tot de intrekking van het verzoek door Molenzicht. De voorzieningenrechter heeft vervolgens geoordeeld dat de raad van de gemeente Deurne moet worden veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan Molenzicht, inclusief een terugbetaling van het griffierecht. De voorzieningenrechter heeft de beslissing op 27 februari 2025 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

202405298/2/R2.
Datum uitspraak: 27 februari 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek van:
Dierenhotel/Kennelbouw Molenzicht, gevestigd in Vlierden, gemeente Deurne,
verzoeker,
om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)).
Procesverloop
Bij besluit van 2 juli 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Vlierden-Zuid, fase 2" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Molenzicht beroep ingesteld.
Molenzicht heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
CPO-2 Vlierden Zuid heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Molenzicht heeft nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 13 februari 2025, waar Molenzicht, vertegenwoordigd door [gemachtigde A], [gemachtigde B], bijgestaan door mr. P.J.G. Poels, advocaat te Nijmegen en ing. R. Herik, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.M.T. Willems, ir. F.J.M. Looijmans-Verhoef en ing. J.J. van den Borne, zijn verschenen.
Voorts is op zitting CPO-2 Vlierden Zuid, vertegenwoordigd door [gemachtigde C], als partij gehoord.
Overwegingen
1.       De bepalingen van de Awb die in deze zaak van toepassing zijn, luiden:
Artikel 8:75a, eerste lid: "In geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 in de kosten worden veroordeeld. Het verzoek wordt gedaan tegelijk met de intrekking van het beroep. Indien aan dit vereiste niet is voldaan, wordt het verzoek niet-ontvankelijk verklaard."
Artikel 8:84, vijfde lid: "De artikelen 8:67, tweede tot en met vijfde lid, 8:68, 8:69, 8:72, vierde lid, tweede volzin, aanhef en onder b, en zesde lid, 8:75, 8:75a, 8:76, 8:77, eerste en derde lid, 8:78, artikel 8:79, tweede en derde lid, en 8:80 zijn van overeenkomstige toepassing."
2.       De voorzieningenrechter stelt vast dat Molenzicht zijn verzoek heeft ingetrokken, omdat de raad, na overleg met CPO-2 Vlierden Zuid, op de zitting heeft aangegeven dat de initiatiefnemer zal wachten met het aanvullen van zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning totdat de Afdeling heeft beslist in de bodemprocedure. Daarnaast heeft de raad, na overleg met CPO-2 Vlierden Zuid, op de zitting aangegeven dat CPO-2 Vlierden Zuid geen nieuwe of andere aanvragen zal indienen ten behoeve van de realisatie van de woningen. Met deze toezeggingen is tegemoetgekomen aan het verzoek van Molenzicht als bedoeld in artikel 8:84, vijfde lid, gelezen in samenhang met artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb.
3.       Het verzoek dient op na te melden wijze te worden toegewezen.
4.       Het voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ter hoogte van € 371,00 zal op grond van artikel 8:82, vierde lid, van de Awb door de griffier van de Raad van State worden terugbetaald.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        veroordeelt de raad van de gemeente Deurne om aan Dierenhotel/Kennelbouw Molenzicht te betalen een vergoeding van € 1814,00;
II.       bepaalt dat de griffier van de Raad van State aan Dierenhotel/Kennelbouw Molenzicht het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 371,00 terugbetaalt.
Aldus vastgesteld door mr. J.F. de Groot, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Pistoor, griffier.
w.g. De Groot
voorzieningenrechter
w.g. Pistoor
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2025
932