ECLI:NL:RVS:2025:636

Raad van State

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
202207444/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Sportlaan 67, Driebergen en de gevolgen voor verkeerssituatie en leefbaarheid

Op 19 februari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak over het bestemmingsplan "Sportlaan 67, Driebergen". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug op 29 september 2022, maakt de bouw van 44 woningen mogelijk aan de Sportlaan in Driebergen-Rijsenburg. Appellanten, bewoners van de Sportlaan, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vrezen voor een toename van verkeer op de doodlopende weg, die volgens hen niet geschikt is voor de extra verkeersdrukte.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op een zitting op 12 november 2024, waar zowel de appellanten als de raad vertegenwoordigd waren. De appellanten hebben hun bezorgdheid geuit over de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in de omgeving, en betoogd dat het verkeerskundig onderzoek niet onafhankelijk was en onvoldoende rekening hield met de bestaande verkeerssituatie. De raad heeft echter gemotiveerd dat de verkeerssituatie aanvaardbaar is, mede door de aanleg van een keerlus en extra parkeerplaatsen, en dat de herinrichting van de Sportlaan niet noodzakelijk is voor een veilige verkeerssituatie.

De Afdeling heeft geoordeeld dat de raad de belangen van de bewoners en de verkeerssituatie voldoende heeft afgewogen en dat het bestemmingsplan niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. De appellanten hebben ook betoogd dat de besluitvorming te veel gericht was op financiële belangen en dat de participatie onvoldoende was. De Afdeling heeft deze argumenten verworpen en geconcludeerd dat het beroep ongegrond is. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202207444/1/R4.
Datum uitspraak: 19 februari 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend in Driebergen-Rijsenburg, gemeente Utrechtse Heuvelrug,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 september 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Sportlaan 67, Driebergen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: STAB) heeft een deskundigenbericht uitgebracht. [appellant] en anderen en de raad hebben hun zienswijzen daarop naar voren gebracht.
[appellant] en anderen hebben een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op een zitting behandeld op 12 november 2024, waar [appellant] en anderen, bij monde van [appellant] en R.W. te Ronde, en de raad, vertegenwoordigd door K. Vreeker en C.M. Vaartjes, zijn verschenen.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 6 april 2021 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) en de Crisis- en herstelwet, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2.       Het plan maakt de bouw van 44 woningen mogelijk aan de Sportlaan in Driebergen-Rijsenburg. Het deel van het plangebied ten noordwesten van de Sportlaan was tussen 1978 en 2011 in gebruik als gemeentewerf en als zodanig bestemd. Het deel van het plangebied ten zuidoosten van de Sportlaan was tot medio 2012 in gebruik voor woonwagenstandplaatsen en als zodanig bestemd.
3.       [appellant] en anderen wonen allen aan de Sportlaan. De Sportlaan is een doodlopende weg en het plangebied ligt aan het einde van deze weg. Zij keren zich vooral tegen het plan omdat dit zal leiden tot een toename van verkeer op de Sportlaan, die daarvoor volgens hen niet geschikt is.
Toetsingskader
4.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Beroepsgronden
Verkeer en parkeren
- Verkeersveiligheid en leefbaarheid
5.       [appellant] en anderen betogen dat onvoldoende rekening is gehouden met de bestaande verkeerssituatie op de Sportlaan. Deze verkeerssituatie is al slecht en zal door de bouw van 44 woningen verder verslechteren. Het gaat om een doodlopende weg met aan weerszijden geparkeerde auto’s. Hierdoor kan vrachtverkeer niet keren en kan tegenliggend verkeer elkaar niet passeren. Er is weliswaar verkeersonderzoek gedaan, maar dat is gedaan door een verkeerskundige van de gemeente en dus niet onafhankelijk. In dat onderzoek is ook niet locatie-specifiek gekeken, maar aan de hand van kengetallen en gemiddelden. In dit verkeersonderzoek wordt geconcludeerd dat herinrichting van de Sportlaan niet nodig is. Bij de vaststelling van het plan heeft de raad echter een motie aangenomen om de Sportlaan opnieuw in te richten. Dat bevestigt dat het verkeersonderzoek niet toereikend is geweest. Deze herinrichting van de Sportlaan had moeten worden gewaarborgd in het bestemmingsplan of anderszins.
In reactie op het deskundigenbericht betogen [appellant] en anderen dat de gewenste herinrichting van de Sportlaan nog steeds onzeker is. De verwachte verkeersintensiteit van 861 mvt/etm is in het deskundigenbericht gerelateerd aan een erftoegangsweg, terwijl de Sportlaan als woonerf zal worden heringericht.
5.1.    Aan het bestemmingsplan ligt het verkeerskundig advies van 1 maart 2022 ten grondslag (bijlage 9 bij de plantoelichting). Hierin staat dat de verkeersintensiteit op de Sportlaan met 264 mvt/etm zal toenemen. Ten opzichte van de bestaande 500 mvt/etm op de Sportlaan is sprake van een te verwachten etmaalintensiteit van 764 mvt/etm. In het licht van de gemiddelde intensiteit op een woonstraat van 1.200 mvt/etm wordt dit als niet hoog beoordeeld. Tijdens de drukste momenten (de spits) leveren de nieuwe woningen maximaal 27 auto's per uur extra op. Verder staat in het advies dat de Sportlaan voorheen ook werd gebruikt voor zwaar transport richting de gemeentewerf en de Sportlaan dus fysiek niet ongeschikt is voor dergelijk verkeer. Dit type verkeer wordt bovendien minder bij woningbouw op de gronden van de voormalige gemeentewerf. In paragraaf 4.11 van de plantoelichting zijn deze conclusies overgenomen. In de Nota van Zienswijzen is verder toegelicht dat in het bestemmingsplan ook een voorwaardelijke verplichting is opgenomen om een keerlus voor autoverkeer aan te leggen, zodat (zwaar) verkeer niet op de Sportlaan zelf hoeft te draaien.
5.2.    Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad deugdelijk gemotiveerd dat een verkeersveilige ontsluiting van het plangebied over de Sportlaan mogelijk is. Aan de hand van de huidige verkeersintensiteit en de verkeersgeneratie door het plan heeft de raad inzichtelijk gemaakt dat de toekomstige verkeersintensiteit aanvaardbaar is voor een straat als de Sportlaan. In het deskundigenbericht van de STAB wordt vastgesteld dat de totale verkeersintensiteit zelfs in het slechtste geval, als wordt uitgegaan van het hoogste kengetal per woning en de bouw van alleen vrijstaande woningen, uitkomt op 861 verkeersbewegingen per etmaal en dat dit nog steeds als een lage verkeersintensiteit is te kwalificeren. Daarbij heeft de raad ook mogen betrekken dat de situatie verbetert door de als voorwaardelijke verplichting in het plan opgenomen aanleg van een keerlus en 13 extra parkeerplaatsen. Na de aanleg van 13 extra parkeerplaatsen is sprake van een aanvaardbare parkeerdruk op de Sportlaan en zou het niet nodig meer hoeven zijn om aan weerszijden van de straat te parkeren (vgl. de resultaten van het parkeerdrukonderzoek Sportlaan in bijlage 10 bij de plantoelichting). Ook dit vindt bevestiging in het deskundigenbericht van de STAB. Anders dan [appellant] en anderen leest de Afdeling in het deskundigenbericht van de STAB niet dat herinrichting noodzakelijk is voor een aanvaardbare verkeerssituatie op de Sportlaan na realisatie van het plan. Die herinrichting is volgens de STAB alleen nodig om de situatie te verbeteren en om aan het advies van de Veiligheidsregio Utrecht tegemoet te komen. Dit advies van de Veiligheidsregio Utrecht komt hierna aan de orde. Overigens heeft de raad toegelicht dat de Sportlaan opnieuw zal worden ingericht en dat deze herinrichting naar verwachting gereed is voordat de nieuwe woningen in gebruik worden genomen. Daarbij heeft de raad toegelicht dat deze maatregelen planologisch, privaatrechtelijk, feitelijk en financieel mogelijk zijn.
Het betoog slaagt niet.
- Nood- en hulpdiensten / bereikbaarheid
6.       [appellant] en anderen betogen dat het noodzakelijk is om aan weerszijden van de Sportlaan te parkeren, waardoor er in de bestaande situatie al onvoldoende ruimte is voor hulpdiensten. Ter illustratie wijzen zij erop dat de vuilophaaldienst ook beperkte ruimte heeft op de Sportlaan. Deze kan bijvoorbeeld de draai naar de straat Olympia niet maken, waardoor bewoners hun containers aan de Sportlaan moeten zetten. Deze situatie zal verder verslechteren als er 44 woningen aan de Sportlaan bij komen.
In reactie op het deskundigenbericht betogen [appellant] en anderen dat onzeker is of er een herinrichting van de Sportlaan mogelijk is die leidt tot voldoende ruimte voor hulpdiensten, zonder dat er extra parkeerplaatsen verdwijnen. Zij wijzen op het advies van de Veiligheidsregio Utrecht, waarin staat dat herinrichting van de Sportlaan wel nodig is om een minimale rijbreedte van 4,50 meter te garanderen.
6.1.    In het deskundigenbericht staat over de bereikbaarheid dat als aan één zijde van de Sportlaan - die een breedte heeft van 5,60 meter - een geparkeerde auto staat, de resterende wegbreedte van 3,77 m voldoende is voor twee gemiddelde auto’s om elkaar te passeren. Deze breedte is ook genoeg voor een gemiddelde vrachtwagen.
Voor voertuigen van hulpdiensten is de brandweerwagen het maatgevende voertuig met een breedte van 2,60 m. Volgens de Handreiking bluswatervoorziening en bereikbaarheid (hierna: de Handreiking) heeft een brandweerwagen op een erftoegangsweg een rijbaanbreedte van 4,50 meter nodig. Omdat de Sportlaan een doodlopende weg is, heeft de brandweerwagen naast een rijbaanbreedte van 4,50 meter ook een keerlus nodig. De huidige keerlus over Olympia kan problematisch zijn, maar de in het plan voorziene keerlus zal de mogelijkheid bieden voor een brandweerwagen om te keren.
In het deskundigenbericht wordt beschreven dat de Veiligheidsregio Utrecht op 30 januari 2023 een advies heeft uitgebracht, waarin op grondslag van de Handreiking staat dat de herinrichting van de Sportlaan in combinatie met parkeervakken en een keermogelijkheid mogelijk een oplossing kan bieden om de minimale rijbreedte van 4,50 meter te garanderen, en dat bij voldoende beschikbare rijbreedte de maximale lengte van de doodlopende weg van 80 naar 200 meter kan worden verlengd. In het deskundigenbericht wordt geconcludeerd dat de situatie voor onder meer de hulpdiensten verbetert door het gebruik van een keerlus en de aanleg van 13 extra parkeerplaatsen. In het deskundigenbericht staat dat het plan daardoor in ieder geval geen negatief effect heeft op de bereikbaarheid van de woningen aan de Sportlaan en Olympia. Om aan het advies van de Veiligheidsregio tegemoet te komen is een herinrichting van de Sportlaan nodig.
6.2.    De Afdeling overweegt dat het betoog over de bereikbaarheid door nood- en hulpdiensten vooral de toekomstige bewoners betreft. Door dit plan worden de woningen van [appellant] en anderen niet minder goed bereikbaar voor hulpdiensten. Dit plan leidt juist tot een verbetering van de bestaande situatie door de verplichte aanleg van een keerlus en 13 extra parkeerplaatsen. Daarnaast wordt in de Handreiking beschreven dat de Handreiking geen dwingend kader vormt, maar dat het uiteindelijk aan het bevoegd gezag is om de veiligheid in de afweging te betrekken. In dit geval heeft de raad die afweging gemaakt. Op basis van de beschikbare rijbaanbreedte van 3,77 m en de breedte van een brandweerwagen van 2,60 meter heeft de raad deugdelijk gemotiveerd dat het plangebied bereikbaar is voor hulpdiensten. Daarbij is van belang dat de in de Handreiking genoemde benodigde rijbaanbreedte van 4,50 meter in bestaande situaties, waaronder de Sportlaan, niet altijd kan worden gehanteerd.
Het betoog slaagt niet.
- Parkeren
7.       [appellant] en anderen betogen dat er momenteel al te weinig parkeerplaatsen aan de Sportlaan zijn, waardoor er noodgedwongen aan weerszijden van de weg wordt geparkeerd. Het door de raad genoemde tekort van 9 parkeerplaatsen, dat is gebaseerd op een telling uit 2018, is volgens [appellant] en anderen inmiddels achterhaald. De aanleg van 13 extra parkeerplaatsen is daarom waarschijnlijk ook onvoldoende.
7.1.    Over parkeren staat in het verkeerskundig advies (bijlage 9 bij de plantoelichting) dat uit het uitgevoerde parkeerdrukonderzoek (bijlage 10 bij de plantoelichting) volgt dat de parkeerdruk alleen te hoog is op het laatste deel van de Sportlaan en dat daarvoor extra parkeerplaatsen zullen worden aangelegd. Daardoor wordt de maximale parkeerdruk teruggebracht tot 85%.
7.2.    De Afdeling stelt voorop dat het plan uitsluitend hoeft te voorzien in de parkeerbehoefte van de ontwikkeling die het plan mogelijk maakt. In artikel 6.3.3 van de planregels is geregeld dat in voldoende parkeerplaatsen moet worden voorzien. Het plan hoeft geen bijdrage te leveren aan het oplossen van een bestaand parkeertekort in de Sportlaan. Niettemin is in artikel 6.3.4 van de planregels geregeld dat er binnen de bestemming "Woongebied" minimaal 13 extra openbare parkeerplaatsen worden aangelegd. In zoverre voorziet het plan dus in de parkeerbehoefte van de ontwikkeling en 13 extra parkeerplaatsen. Het betoog van [appellant] en anderen over de bestaande hoge parkeerdruk slaagt daarom niet.
De procedure
- Financieel gedreven besluitvormingsproces
8.       [appellant] en anderen betogen dat er bij de besluitvorming te veel nadruk heeft gelegen op het financiële perspectief, waardoor andere belangen onderbelicht zijn gebleven. Hierdoor maakt het plan te veel woningen mogelijk voor deze locatie.
8.1.    De Afdeling stelt vast dat de raad de ruimtelijke gevolgen van 44 woningen binnen het plangebied heeft beoordeeld. In die ruimtelijke afweging zijn ook de relevante belangen betrokken. Dat zijn niet alleen de belangen van de bewoners van de Sportlaan, maar ook het algemeen belang bij een uitbreiding van het aantal woningen. Voor het oordeel dat het aantal van 44 woningen louter of vooral zou zijn ingegeven door het oogmerk van financieel gewin en dat in het licht van dat enkele oogmerk de nadelige gevolgen van het plan voor de bewoners onevenredig zijn, bevatten de stukken geen aanknopingspunten.
Het betoog slaagt niet.
- Participatie
9.       [appellant] en anderen betogen dat de raad onvoldoende heeft gedaan met hun inbreng tijdens het participatieproces. De door hen geuite zorgen over de veiligheid op de Sportlaan heeft alleen geleid tot een motie bij de vaststelling van het plan. Daarnaast stond een aantal uitgangspunten al vast bij de start van het participatieproces.
9.1.    De wettelijk voorgeschreven procedure is gevolgd. Deze procedure begint met de terinzagelegging van een ontwerpplan. In paragraaf 6.3.1 van de plantoelichting staat dat er verschillende bijeenkomsten zijn geweest als onderdeel van het opstellen van het bestemmingsplan. Over het ontwerpplan konden [appellant] en anderen zienswijzen naar voren brengen en van die mogelijkheid hebben zij ook gebruik gemaakt. Deze zienswijzen heeft de raad betrokken bij zijn besluitvorming (bijlage 11 bij de plantoelichting). Het plan is in zoverre op de juiste wijze tot stand gekomen. Dat de participatie volgens [appellant] en anderen onvoldoende is geweest, maakt de vaststelling van het plan dus niet onrechtmatig.
Het betoog slaagt niet.
- Integraliteit besluitvorming
10.     [appellant] en anderen betogen dat het bestemmingsplan niet los kan worden gezien van de herinrichting van de Sportlaan en dat gelijktijdige besluitvorming had moeten plaatsvinden over de herinrichting van de Sportlaan en de vaststelling van het bestemmingsplan. Verder betogen [appellant] en anderen dat het voor dit plangebied geldende beeldkwaliteitsplan niet achteraf vastgesteld had mogen worden, maar al duidelijk had moeten zijn bij de vaststelling van het plan.
10.1.  Hiervoor onder 5.2 heeft de Afdeling vastgesteld dat de raad tot de conclusie mocht komen dat na realisatie van het plan sprake zal zijn van een aanvaardbare verkeerssituatie. In zoverre was het uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dus ook niet nodig om in het plan een voorwaardelijke verplichting voor de herinrichting van de Sportlaan op te nemen. Ten aanzien van het beeldkwaliteitsplan overweegt de Afdeling dat de vaststelling van een beeldkwaliteitsplan geen aan het plan gekoppelde verplichting is op grond van Wro. In dit geval zijn in het nadien vastgestelde beeldkwaliteitsplan welstandscriteria opgenomen die ook niet ruimtelijk relevant zijn. De raad mocht het beeldkwaliteitsplan dus nadien afzonderlijk vaststellen.
Het betoog slaagt niet.
Maat en schaal van de bebouwing
11.     [appellant] en anderen betogen dat de bouwplannen in strijd zijn met het gemeentelijke beleid en de bestaande stedenbouwkundige structuur langs de Sportlaan. Zij wijzen erop dat de bestaande woningen met de voorgevel aan de Sportlaan staan en diepe tuinen hebben. Hierdoor ontstaat een buffer tot het aangrenzende natuurgebied. Eenzelfde structuur is met het toegelaten aantal woningen niet te realiseren binnen het plangebied. Daar zal worden gekozen voor gestapelde bouw op korte afstand van het omliggende natuurgebied. Het argument van de raad dat het plangebied op geruime afstand ligt van de bestaande bebouwing is feitelijk onjuist, omdat het plan direct aan die bebouwing grenst.
In reactie op het deskundigenbericht betogen [appellant] en anderen dat deze ontwikkeling het enige project is in de gemeente waarvoor een stedenbouwkundige onderbouwing ontbreekt. Verder is in het deskundigenbericht de maat en schaal van de nieuwe bebouwing gerelateerd aan de woningbouw aan de Olympia, terwijl die gerelateerd had moeten worden aan de bebouwing aan de Sportlaan. Omdat de nieuwe woningen kleine tuinen zullen hebben, is er een vergroot risico op een natuurbrand.
11.1.  Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad de toegelaten bouwmogelijkheden deugdelijk gemotiveerd. De raad heeft toegelicht dat het plangebied een eigen stedenbouwkundige context kent en dat dus ook niet wordt beoogd om de bebouwing in dezelfde stedenbouwkundige structuur als de andere bebouwing langs de Sportlaan te realiseren. Daarbij heeft de raad gewezen op de woningen aan de Olympia, die ook in een afwijkende stedenbouwkundige structuur zijn gebouwd. Het woon- en leefklimaat van [appellant] en anderen wordt door deze afwijkende stedenbouwkundige structuur niet onevenredig benadeeld. De raad mag er verder van uitgaan dat bij een normaal gebruik van de tuinen geen verhoogd risico op natuurbranden bestaat. Daarvoor hoeven de tuinen niet net zo diep te zijn als de tuinen elders aan de Sportlaan. Dat de nieuwe stedenbouwkundige structuur zal afwijken van de bestaande structuur langs de Sportlaan betekent dus niet dat de raad dit plan niet mocht vaststellen.
Het betoog slaagt niet.
Financiële uitvoerbaarheid - bodemverontreiniging
12.     [appellant] en anderen betogen dat het plan financieel niet uitvoerbaar is vanwege de aangetroffen ernstige bodemverontreiniging op een aantal locaties in en om het plangebied (deellocaties A, D en F). Er is bodemsanering nodig om woningbouw mogelijk te maken. Er is niet in kaart gebracht wat de kosten van de saneringsmaatregelen en maatregelen bij afvoer van grond zijn.
In reactie op het deskundigenbericht betogen [appellant] en anderen dat het genoemde aanvullend bodemonderzoek slechts een beperkt beeld geeft. Er is alleen binnen het plangebied onderzocht en niet op de zwaarst vervuilde locaties. De vervuilde locaties buiten het plangebied liggen tegen het plangebied aan. Met de kosten van sanering van deze gronden is geen rekening gehouden. Zij vrezen dat de bodemverontreiniging zal worden verspreid tijdens de bouw van de woningen. Uit het beeldkwaliteitsplan volgt dat de grond hier wel geëgaliseerd moet worden en dus gesaneerd moet worden.
12.1.  In hoofdstuk 5 van het deskundigenbericht staat dat uit het door Amos opgestelde rapport "Actualiserend en aanvullend bodemonderzoek" van 8 februari 2018 (bijlage 1 bij de plantoelichting) en het door Amos opgestelde rapport "Actualiserend bodemonderzoek", 7 april 2023 blijkt dat binnen het plangebied sterke verontreiniging aanwezig is langs de Sportlaan in een geroerde grondwal (deellocatie A). De omliggende en onderliggende bodem is niet of slechts licht verontreinigd. Op basis van actuele onderzoeksresultaten is een kostenraming opgesteld voor onder andere de sanering van deze grondwal langs de Sportlaan, in de omvang van 65 m3 tot 80 m3 grond. De kosten hiervan worden geraamd op € 21.008,-- excl. BTW. De overige genoemde twee locaties, deellocaties D en F, bevinden zich buiten het plangebied.
12.2.  Bij een beroep tegen een bestemmingsplan kan een betoog over de uitvoerbaarheid van dat plan, waaronder de financieel-economische uitvoerbaarheid, alleen leiden tot vernietiging van het bestreden besluit als de raad redelijkerwijs had moeten inzien dat het plan om financieel-economische of andere redenen op voorhand niet uitvoerbaar is. Gelet op de raming van de kosten van sanering van deellocatie A heeft de raad zich redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat er geen redenen zijn waarom het plan op voorhand financieel niet uitvoerbaar is. De uitgevoerde bodemonderzoeken bevatten geen aanknopingspunten voor de verder ook niet nader onderbouwde veronderstelling van [appellant] en anderen dat bij deellocaties D en F sprake is van mobiele verontreinigingen die door dit plan verder zullen verspreiden en dat deze delen van de bodem daarom ook gesaneerd moeten worden. Ook in zoverre heeft de raad zich redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat er geen redenen zijn waarom het plan op voorhand financieel niet uitvoerbaar is.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
13.     Het beroep is ongegrond.
14.     De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzitter, en mr. J.F. de Groot en mr. N.H. van den Biggelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.
w.g. Venema
voorzitter
w.g. Boer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2025
745