ECLI:NL:RVS:2025:5714
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning en inreisverbod
Op 19 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Tevens is bepaald dat verzoeker Nederland onmiddellijk moet verlaten en is er een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 29 oktober 2025 het beroep ongegrond heeft verklaard. Verzoeker heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 november 2025 uitspraak gedaan op dit verzoek. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat verzoeker recht heeft op een voorlopige voorziening, waarbij is bepaald dat hij niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 907,00, dat geheel toe te rekenen is aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.E. Pronk, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 november 2025.