202307311/2/R2.
Datum uitspraak: 24 oktober 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het hoger beroep van:
Chasing the Hihat B.V., gevestigd in Amsterdam,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank NoordNederland van 13 oktober 2023 in zaak nr. 21/2317, 22/3665 en 22/3861 in het geding tussen:
Stichting ons Schellingerland en anderen
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân (hierna: het college).
Procesverloop
Bij besluit van 2 oktober 2020 heeft het college aan Chasing the Hihat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) verleend voor de jaarlijkse organisatie van het festival Eilân op Terschelling. De natuurvergunning is verleend voor de periode 15 augustus tot en met 30 september voor de jaren 2021-2025.
Bij besluit van 8 juni 2021 heeft het college het bezwaar van stichting ons Schellingerland en anderen ongegrond verklaard en het besluit van 2 oktober 2020 in stand gelaten.
Bij besluit van 7 oktober 2022 heeft het college het besluit van 2 oktober 2020 ingetrokken en, na toepassing te hebben gegeven aan afdeling 3.4 van de Awb, opnieuw een natuurvergunning verleend voor de jaarlijkse organisatie van het festival Eilân op Terschelling. De natuurvergunning is verleend voor de periode 15 augustus tot en met 30 september voor de jaren 2023-2025.
Bij uitspraak van 13 oktober 2023 heeft de rechtbank het door stichting ons Schellingerland ingestelde beroep tegen het besluit van 8 juni 2021 niet-ontvankelijk verklaard, het door stichting ons Schellingerland en anderen ingestelde beroep tegen het besluit van 7 oktober 2022 gegrond verklaard, het besluit van 7 oktober 2022 vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft Chasing the Hihat heeft hoger beroep ingesteld.
Het college en stichting ons Schellingerland hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het college en stichting ons Schellingerland hebben nadere stukken ingediend.
Overwegingen
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Aanvullingswet natuur Omgevingswet in werking getreden. Als een aanvraag om een natuurvergunning is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft op grond van artikel 2.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het besluit op die aanvraag onherroepelijk wordt.
De aanvraag om een natuurvergunning is ingediend op 6 januari 2020. Dat betekent dat in dit geval de Wet natuurbescherming, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Inleiding
2. Het college heeft een natuurvergunning verleend aan Chasing the Hihat voor het organiseren van het jaarlijks terugkerende festival Eilân op Terschelling in de periode 2021-2025. Het festival is een meerdaags muziekevenement met maximaal 12.000 bezoekers bij Hee op Terschelling.
De aangevallen uitspraak
3. De rechtbank heeft geoordeeld dat uit de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan de natuurvergunning niet de zekerheid kan worden verkregen dat het project de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden niet aantast. Hieraan heeft de rechtbank ten grondslag gelegd dat niet uitgegaan is van een worst-case scenario voor de aan- en afvaarten van de veerdienst naar Terschelling in de AERIUS-berekening. Volgens de rechtbank had rekening moeten worden gehouden met het scenario dat het maximaal aantal bezoekers op dezelfde dag wil aankomen en naar huis wil terugkeren met de veerdienst.
Het hoger beroep
4. Chasing the Hihat betoogt dat wel uitgegaan is van een worst-case scenario op basis van de maximale inzetbaarheid van de veerdienst op grond van de concessie van die veerdienst. Ter onderbouwing verwijst Chasing the Hihat naar de basisdienstregeling van de veerdienst voor het jaar 2022 zoals toegestaan in de concessie. Daarnaast heeft Chasing the Hihat contact gehad met de veerdienst en is door hen aangegeven dat ten opzichte van de basisdienstregeling maximaal kan worden opgeschaald naar 14 afvaarten per dag. Al deze afvaarten gezamenlijk kunnen maximaal 8.670 passagiers vervoeren per dag en dus niet de 12.000 bezoekers.
5. De Afdeling beoordeelt de vraag of Chasing the Hihat nog belang heeft bij de behandeling van haar hoger beroep naar de stand van zaken ten tijde van deze uitspraak. De geldingsduur van de natuurvergunning voor de jaarlijkse organisatie van het festival Eilân op Terschelling is inmiddels verstreken. Dit betekent dat Chasing the Hihat in beginsel geen belang meer heeft bij de behandeling van haar hoger beroep. Dit kan anders zijn als een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van de verleende natuurvergunning kan worden betrokken bij eventuele toekomstige aanvragen voor een natuurvergunning en de toetsing daarvan. Ook kan een belang bij een beoordeling van een hoger beroep bestaan indien Chasing the Hihat stelt schade te hebben geleden en enigszins aannemelijk is dat schade is geleden als gevolg van het bestreden besluit of als Chasing the Hihat in bezwaar proceskosten heeft gemaakt die zij vergoed wil hebben.
6. De op 7 oktober 2022 verleende natuurvergunning was geldig tot en met 30 september 2025 en de geldingsduur is dus verstreken op 1 oktober 2025.
Bij brief van 22 juli 2025 heeft het college kenbaar gemaakt dat de aanvraag van Chasing the Hihat voor een natuurvergunning opnieuw is beoordeeld naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank. Het college heeft besloten het stuk niet als aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb in behandeling te nemen. De reden hiervoor is dat het festival, zoals dat is aangevraagd in de periode 2021-2025, niet uitgevoerd kan worden, omdat daarvoor toestemming is vereist van de eigenaar van de gronden. In dit geval is Staatsbosbeheer eigenaar van de gronden waarop de muziekevenementen plaatsvinden. Op 16 juni 2025 heeft Staatsbosbeheer aan het college bevestigd dat zij geen toestemming geven voor dit meerdaagse evenement. Staatsbosbeheer staat twee meerdaagse evenementen toe per jaar en die plaatsen zijn al vervuld door andere evenementen. Daarnaast heeft de gemeente Terschelling geen evenementenvergunning afgegeven voor het festival en gaat dat ook niet doen voor 2025. Ook is het festival niet toegestaan op basis van het bestemmingsplan dat sinds 1 januari 2025 deel uitmaakt van het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de gemeente, terwijl dat wel is vereist. Al deze omstandigheden maken dat het festival, zoals dat is aangevraagd voor de periode 2021-2025, onuitvoerbaar is en de aanvraag daarom niet als zodanig in behandeling wordt genomen door het college.
Uit de brief van het college blijkt ook dat het festival in de periode 2021-2025 niet heeft plaatsgevonden.
7. Naar aanleiding van de brief van het college heeft de Afdeling bij brief van 30 juli 2025 aan Chasing the Hihat gevraagd om te laten weten in hoeverre een inhoudelijke uitspraak op het hoger beroep nog wenselijk is. Daarbij is vermeld dat het relevant kan zijn om in te gaan op de activiteiten die zijn ontplooid op grond van de natuurvergunning of die Chasing the Hihat nog voornemens is om te ontplooien. Op deze brief is geen reactie gekomen.
8. Gelet op wat uiteengezet is onder 6 en 7 kan Chasing the Hihat het doel dat zij met het hoger beroep wilde bereiken, namelijk het festival organiseren in de periode 2021-2025, niet bereiken. Niet gebleken is dat er uitzicht is op een toekomstig besluit waarin het inhoudelijke oordeel over de uitspraak van de rechtbank over het besluit van 7 oktober 2022 kan worden betrokken. Daarnaast is niet gesteld of gebleken van een ander belang bij deze procedure. Dit betekent dat Chasing the Hihat geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar hoger beroep en dus geen procesbelang heeft.
9. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
10. Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. C.H. Bangma, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, griffier.
w.g. Bangma
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Boermans
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2025
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Awb).
- Verzet moet schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak worden gedaan.
- In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met wat er in deze uitspraak staat.
- Als de indiener over het verzet door de Afdeling wil worden gehoord, moet dit in het verzetschrift worden gevraagd. De zitting gaat dan alleen over de redenen waarom u het niet eens bent met de uitspraak waartegen uw verzet is gericht.