ECLI:NL:RVS:2025:5031
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bewaring van appellanten door de minister van Asiel en Migratie
Op 22 oktober 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellanten, vertegenwoordigd door mr. R. Deniz, tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 28 augustus 2025. De rechtbank had de beroepen van appellanten tegen de besluiten van de minister van Asiel en Migratie, die hen op 15 augustus 2025 in bewaring had gesteld, ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling concludeert dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. Er zijn geen vragen in het hogerberoepschrift die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.