ECLI:NL:RVS:2025:50
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 10 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 23 oktober 2024 was afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 10 december 2024 het beroep gegrond verklaarde en de minister opdroeg een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de minister verzocht om de voorlopige voorziening te treffen, zodat de uitspraak van de rechtbank niet hoeft te worden uitgevoerd totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als de vreemdeling in overweging genomen en besloten dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. M. Soffers, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Mercelina, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 10 januari 2025.