ECLI:NL:RVS:2025:4985

Raad van State

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
16 oktober 2025
Zaaknummer
202203860/4/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning door staatsraad P.H.A. Knol in bestuursrechtelijke zaak

In de zaak met nummer 202203860/1/R4, die op 17 oktober 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad P.H.A. Knol op 15 oktober 2025 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan omdat hij bij de voorbereiding van de zaak heeft ontdekt dat hij eerder een voorlopige voorziening in deze zaak heeft opgeheven, naar aanleiding van een advies van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening. De staatsraad heeft aangegeven dat hij, naar zijn voorlopig oordeel, de bezwaren die in hoger beroep zijn aangevoerd, geen reële kans van slagen toekent. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft hij verzocht om verschoning.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld en is van mening dat de motivering van staatsraad Knol gerechtvaardigd is. Gelet op de omstandigheden en de noodzaak om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, heeft de Afdeling besloten het verzoek toe te wijzen. De beslissing is op 16 oktober 2025 openbaar uitgesproken en is vastgesteld door de voorzitter en de leden van de Afdeling, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

202203860/4/R4.
Datum beslissing: 16 oktober 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: Awb) van:
mr. P.H.A. Knol
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 202203860/1/R4, die op 17 oktober 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. P.H.A. Knol (hierna: de staatsraad), die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 15 oktober 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       De staatsraad heeft te kennen gegeven dat hem bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat hij een in deze zaak getroffen voorlopige voorziening heeft opgeheven naar aanleiding van een inmiddels uitgebracht advies door de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening. Naar zijn voorlopig oordeel hadden de bezwaren die in hoger beroep waren aangevoerd, geen reële kans van slagen. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de verdere behandeling van het beroep te voorkomen, verzoekt staatsraad Knol om verschoning.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. E.J. Daalder en mr. A. ten Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Pieters
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 oktober 2025
473