ECLI:NL:RVS:2025:4882

Raad van State

Datum uitspraak
13 oktober 2025
Publicatiedatum
10 oktober 2025
Zaaknummer
BRS.25.001251
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie

Op 13 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van een betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 27 mei 2025 niet in behandeling is genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, heeft op 2 september 2025 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de minister vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank geschorst zou worden totdat de Afdeling op het hoger beroep beslist.

De voorzieningenrechter heeft de verzochte voorlopige voorziening toegewezen. Dit betekent dat de uitspraak van de rechtbank wordt geschorst en de rechtsgevolgen van het besluit van 27 mei 2025 onverkort blijven gelden totdat de Afdeling op het hoger beroep beslist. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 oktober 2025.

Uitspraak

BRS.25.001251
Datum uitspraak: 13 oktober 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 2 september 2025 in zaak nr. NL25.23934 in het geding tussen:
[de betrokkene]
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 27 mei 2025 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 2 september 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Betrokkene heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.        De minister verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat de uitspraak van de rechtbank wordt geschorst totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
2.        Gelet op de belangen die de minister en betrokkene naar voren hebben gebracht, treft de voorzieningenrechter de door de minister verzochte voorlopige voorziening. De uitspraak van de rechtbank wordt dus geschorst. Daarom herleeft de situatie in rechte van voor de uitspraak van de rechtbank. Dit betekent dat de rechtsgevolgen van het besluit van 27 mei 2025 onverkort gelden totdat de Afdeling op het hoger beroep van de minister heeft beslist.
3.        De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
schorst bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 2 september 2025 in zaak nr. NL25.23934, totdat de Afdeling op het door de minister ingestelde hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. B. Meijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier.
w.g. Meijer
voorzieningenrechter
w.g. Nederhoff
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 oktober 2025
918-1161