ECLI:NL:RVS:2025:4865
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 20 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle. Op 5 september 2025 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Verzoeker heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft op 13 oktober 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen is vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een voorlopige voorziening, waarbij is bepaald dat hij niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, die zijn opgekomen in verband met de behandeling van het verzoek. De proceskosten zijn vastgesteld op € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.