ECLI:NL:RVS:2025:4060

Raad van State

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
25 augustus 2025
Zaaknummer
BRS.25.000419
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen bewaring door de minister van Asiel en Migratie

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 17 april 2025. Bij besluit van 28 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. F. Boone, heeft hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 27 augustus 2025 uitspraak gedaan. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

BRS.25.000419
Datum uitspraak: 27 augustus 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[appellant],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 17 april 2025 in zaak nr. NL25.14917 in het geding tussen:
[appellant]
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 28 maart 2025 heeft de minister appellant in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 17 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. F. Boone, advocaat in Berkel en Rodenrijs, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.        Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 7.1 en 7.2 van de uitspraak van de rechtbank over.
2.        Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
3.        De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. B. Meijer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van J. van de Kolk, griffier.
w.g. Meijer
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van de Kolk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2025
347-1122