ECLI:NL:RVS:2025:4022
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen beëindiging opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening
Op 21 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening in het hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft de beëindiging van de opvang van een betrokkene in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening, welke per 17 april 2024 zou plaatsvinden. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de betrokkene hierover geïnformeerd via een formulier gedateerd op 28 mei 2024. De minister verklaarde het bezwaar van de betrokkene tegen deze beëindiging ongegrond in een besluit van 2 oktober 2024. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, heeft op 26 mei 2025 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, het besluit van de minister vernietigd en de minister opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van partijen, besloten dat de minister geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.