ECLI:NL:RVS:2025:3527
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 29 juli 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 13 maart 2025 geoordeeld dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van betrokkene voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ten onrechte had afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van betrokkene gegrond en vernietigde het besluit van de staatssecretaris, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen in overeenstemming met de uitspraak.
De minister heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. In het hoger beroep heeft de Afdeling geoordeeld dat de minister niet deugdelijk heeft gemotiveerd hoe de slechte humanitaire situatie in Jemen en andere relevante omstandigheden zijn afgewogen in de beoordeling van de aanvraag. De Afdeling bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de minister de proceskosten van betrokkene moet vergoeden. De totale kosten bedragen € 907,00, die geheel zijn toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de minister bij het afwijzen van asielaanvragen, vooral in situaties waarin de humanitaire omstandigheden in het land van herkomst van de aanvrager ernstig zijn. De Afdeling heeft de minister ook aangespoord om in toekomstige beoordelingen alle relevante omstandigheden in aanmerking te nemen.