ECLI:NL:RVS:2025:3503
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht naar Roemenië
Op 25 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. Verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 16 april 2025 niet in behandeling werd genomen. Hiertegen heeft verzoeker beroep aangetekend bij de rechtbank, die op 16 juni 2025 het beroep ongegrond verklaarde. Verzoeker heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn voorgenomen overdracht naar Roemenië op 28 juli 2025 zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het hoger beroep zou zijn genomen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen aannemelijke gronden zijn dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. De belangen van zowel de minister als verzoeker zijn afgewogen, waarbij de voorzieningenrechter concludeert dat de overdracht aan Roemenië geen onomkeerbare gevolgen heeft. De verantwoordelijkheid van Roemenië voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming is vastgesteld op basis van de Dublinverordening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.