ECLI:NL:RVS:2025:346

Raad van State

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
202407646/3/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende vrijheidsontneming

Op 29 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een vreemdelingenrechtelijke zaak. De zaak betreft een besluit van de minister van Asiel en Migratie, die op 20 november 2024 een vrijheidsontnemende maatregel heeft opgelegd aan de vreemdeling. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld, waarop de rechtbank op 17 december 2024 het beroep gegrond verklaarde, de wijziging van de tenuitvoerlegging van de maatregel met ingang van die dag bevolen en schadevergoeding toekende. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld, waarna de vreemdeling de voorzieningenrechter heeft verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

In de uitspraak van 29 januari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State besloten dat er geen voorlopige voorziening getroffen hoeft te worden, aangezien er inmiddels op het hoger beroep van de minister is beslist. Het verzoek van de vreemdeling wordt afgewezen en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A. Kuijer, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, de griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202407646/3/V3.
Datum uitspraak: 29 januari 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, van:
[de vreemdeling],
verzoeker.
Procesverloop
Bij besluit van 20 november 2024 heeft de minister de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Bij uitspraak van 17 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de wijziging van de tenuitvoerlegging van de maatregel met ingang van die dag bevolen en schadevergoeding toegekend.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag heeft de Afdeling op het hoger beroep van de minister beslist. Daarom wordt geen voorlopige voorziening getroffen.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A. Kuijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.
w.g. Kuijer
voorzieningenrechter
w.g. Van de Kolk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 januari 2025
347-1020