ECLI:NL:RVS:2025:3059
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag verblijfsvergunning asiel
In deze zaak heeft de appellant beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, heeft op 27 februari 2025 het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Tijdens de procedure heeft de minister van Asiel en Migratie laten weten dat de appellant zelfstandig is vertrokken en dat er geen contact meer is met de gemachtigde van de appellant. Dit heeft de Afdeling doen concluderen dat de appellant geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt.
Op basis van deze overwegingen heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.E. Pronk, griffier, en is openbaar uitgesproken op 7 juli 2025.