ECLI:NL:RVS:2025:3040
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 8 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de minister van Asiel en Migratie een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had afgewezen. Dit besluit was genomen op 23 augustus 2024. Betrokkene had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 16 juni 2025 het beroep gegrond verklaarde en de minister opdroeg binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. De minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat er een beslissing was genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep nader onderzoek vereiste en dat de procedure zich daar niet goed voor leende. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, waarbij de minister niet verplicht werd om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter, mr. V.V. Essenburg, stelde deze beslissing vast in aanwezigheid van griffier mr. Q. Boon.