ECLI:NL:RVS:2025:3020
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag
Op 19 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, heeft op 19 juni 2025 het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R. Akkaya, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 7 juli 2025 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De appellant heeft in zijn hoger beroep niet uiteengezet waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem onjuist is, waardoor de Afdeling geen inhoudelijk oordeel kon geven. De minister van Asiel en Migratie is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 juli 2025, waarbij mr. H.G. Sevenster als lid van de enkelvoudige kamer de uitspraak heeft vastgesteld in tegenwoordigheid van mr. T. Toonen, griffier.