ECLI:NL:RVS:2025:2807
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 23 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van de verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die eerder door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen op 10 mei 2024. De rechtbank Den Haag had in een tussenuitspraak op 17 december 2024 de minister de gelegenheid gegeven om gebreken in het besluit te herstellen. Na een nieuwe afwijzing op 28 januari 2025, heeft de rechtbank op 27 mei 2025 het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Hierop heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij hij vroeg om niet te worden uitgezet en om de beëindiging van zijn opvang op 24 juni 2025 uit te stellen. De voorzieningenrechter heeft besloten om bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening te treffen, zodat de verzoeker niet wordt uitgezet en de beëindiging van de opvang achterwege blijft, totdat de noodzakelijke stukken zijn bestudeerd. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat hij dat al moet doen naar aanleiding van een eerdere uitspraak in een andere zaak.