ECLI:NL:RVS:2025:2790
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen uitspraak rechtbank Den Haag
Op 12 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf voor betrokkenen afgewezen. Hiertegen hebben betrokkenen bezwaar gemaakt, maar dit werd op 12 september 2023 door de staatssecretaris ongegrond verklaard. Vervolgens hebben betrokkenen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 13 mei 2025 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de staatssecretaris vernietigde en de minister opdroeg om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 juni 2025 beslist dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft daarbij de belangen van zowel de minister als de betrokkenen in overweging genomen en bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.