ECLI:NL:RVS:2025:2768

Raad van State

Datum uitspraak
20 juni 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
202503496/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in geschil over uitsluiting van deelname aan toetsing wegens fraude door examencommissie Vrije Universiteit Amsterdam

Op 2 juni 2025 heeft de examencommissie van de Faculteit der Bètawetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam aan [verzoeker] een cijfer van 0,0 toegekend voor een werkstuk en een waarschuwing gegeven wegens fraude. Op 16 juni 2025 heeft de examencommissie deze beslissing gerectificeerd en [verzoeker] uitgesloten van deelname aan toetsing van 1 juni tot en met 29 juni 2025. [verzoeker] heeft hiertegen administratief beroep ingesteld bij het college van beroep voor de examens van de VU en verzocht om een voorlopige voorziening van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De voorzieningenrechter heeft op 19 juni 2025 uitspraak gedaan zonder zitting, gelet op de onverwijlde spoed. [verzoeker] heeft 147 van de 180 benodigde ECTS behaald en vraagt om deelname aan opdrachten die gepland zijn op 20, 26 en 29 juni 2025. De voorzieningenrechter heeft in het licht van de betrokken belangen besloten om het verzoek voor de groepsopdracht van 20 juni 2025 toe te wijzen, maar benadrukt dat deze toewijzing een voorlopig karakter heeft. De voorzieningenrechter zal op korte termijn een beslissing nemen over de rest van het verzoek, inclusief het verzoek om proceskostenvergoeding.

De beslissing houdt in dat de examencommissie [verzoeker] laat deelnemen aan de groepsopdracht van 20 juni 2025 voor het vak Project collective intelligence, zonder dat dit invloed heeft op het registreren van het individuele cijfer.

Uitspraak

202503496/1/A2.
Datum uitspraak: 19 juni 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van:
[verzoeker],
verzoeker.
Procesverloop
Bij beslissing van 2 juni 2025 heeft de examencommissie van de Faculteit der Bètawetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: de examencommissie en de VU) het cijfer 0,0 toegekend voor een werkstuk van [verzoeker] en een waarschuwing gegeven wegens fraude.
Bij beslissing van 16 juni 2025 heeft de examencommissie haar beslissing van 2 juni 2025 gerectificeerd, het werkstuk opnieuw een cijfer van 0,0 toegekend en [verzoeker] uitgesloten van deelname aan toetsing van 1 juni 2025 tot en met 29 juni 2025 wegens fraude.
[verzoeker] heeft administratief beroep ingesteld bij het college van beroep voor de examens van de VU tegen de beslissingen van de examencommissie.
Ook heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter van de Afdeling gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De voorzieningenrechter doet, gelet op de onverwijlde spoed, uitspraak zonder zitting als bedoeld in artikel 8:83, vierde lid, van de Awb.
2.       [verzoeker] heeft 147 ECTS behaald van de 180 te behalen ECTS van haar bachelor Artificial Intelligence. Zij moet nog meerdere vakken en haar scriptie behalen om dit studiejaar haar bachelor af te ronden en geen studievertraging op te lopen. [verzoeker] vraagt om een voorlopige voorziening zodat zij kan deelnemen aan opdrachten die zij moet maken om de vakken te kunnen behalen. Het gaat om opdrachten die volgens [verzoeker] gepland zijn op 20 juni 2025, 26 juni 2025 en 29 juni 2025. Het betreft drie groepsopdrachten voor het vak Project collective intelligence en een opdracht voor het vak The law of artificial intelligence.
3.       De voorzieningenrechter beschikt in dit stadium niet over het volledige dossier en alle feiten, bijvoorbeeld over de mogelijkheid van herkansing van de opdrachten. Omdat de gevraagde voorziening op deze korte termijn niet (inhoudelijk) kan worden beoordeeld, ziet de voorzieningenrechter in het licht van de betrokken belangen aanleiding om het verzoek bij wijze van ordemaatregel toe te wijzen, voor zover dat ziet op de groepsopdracht van 20 juni 2025 voor het vak Project collective intelligence.
4.       De toewijzing heeft een voorlopig karakter. Hiermee loopt de voorzieningenrechter niet vooruit op het uiteindelijke oordeel over het verzoek van [verzoeker]. De voorzieningenrechter neemt binnen korte termijn een beslissing over de rest van het verzoek van [verzoeker], waarin ook het verzoek om proceskostenvergoeding beoordeeld zal worden.
5.       Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen. De voorziening strekt niet verder dan het feitelijk laten deelnemen van [verzoeker] aan de groepsopdracht op 20 juni 2025. Daarmee is nog niets gezegd over het registreren van het daarmee te behalen individuele cijfer.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
treft de voorlopige voorziening dat de examencommissie van de Faculteit der Bètawetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam, [verzoeker] laat deelnemen aan de groepsopdracht van 20 juni 2025 van het vak Project collective intelligence.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Willems, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Schuurman, griffier.
w.g. Willems
voorzieningenrechter
w.g. Schuurman
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 juni 2025
1100