ECLI:NL:RVS:2025:2754
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 20 februari 2025. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De minister van Asiel en Migratie had op 2 februari 2025 een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan de appellant. In het hoger beroep, dat werd vertegenwoordigd door mr. A.D. Kupelian, werd aangevoerd dat de uitspraak van de rechtbank niet juist was, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de appellant niet had uitgelegd waarom de uitspraak van de rechtbank volgens haar onjuist was. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep. De Afdeling verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan op 25 juni 2025 door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier.