ECLI:NL:RVS:2025:2670
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door minister van Asiel en Migratie
Op 12 juni 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de minister van Asiel en Migratie. De aanvraag was op 9 december 2024 afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 3 maart 2025 het beroep van de appellant ongegrond verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H. Loth, heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft de minister laten weten dat de appellant met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is. De gemachtigde van de appellant heeft geen informatie verstrekt over het contact met de appellant, wat de Afdeling deed concluderen dat de appellant geen bescherming in Nederland meer zoekt. Hierdoor heeft de Afdeling geoordeeld dat de appellant geen belang heeft bij een beoordeling van het hoger beroep. Het hoger beroep is derhalve niet-ontvankelijk verklaard en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.