ECLI:NL:RVS:2025:2518

Raad van State

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
202502706/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan

Op 4 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 19 september 2023 een aanvraag om afgifte van een document voor rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan had afgewezen. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van de verzoeker ongegrond op 24 mei 2024. De rechtbank Den Haag heeft op 15 april 2025 het beroep van de verzoeker tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard. Hierop heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De griffier heeft de verzoeker op 12 mei 2025 geïnformeerd over de verplichting tot betaling van griffierecht voor het verzoek om voorlopige voorziening, met de deadline van 19 mei 2025. Aangezien het griffierecht niet tijdig was betaald, heeft de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De minister van Asiel en Migratie is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 juni 2025.

Uitspraak

202502706/2/V1.
Datum uitspraak: 4 juni 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[verzoeker],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 april 2025 in zaak nr. 24/10356 in het geding tussen:
verzoeker
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 19 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.
Bij besluit van 24 mei 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 15 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De griffier heeft verzoeker er bij brief van 12 mei 2025 op gewezen dat zij voor het verzoek om een voorlopige voorziening griffierecht moet betalen. Haar is daarbij verzocht het griffierecht uiterlijk op 19 mei 2025 te betalen. In die brief staat ook dat als het griffierecht niet op die datum is ontvangen, het verzoek alleen al daarom niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Het griffierecht is niet binnen de termijn betaald.
2.       Het verzoek is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Q. Boon, griffier.
w.g. Sevenster
voorzieningenrechter
w.g. Boon
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 juni 2025
977