ECLI:NL:RVS:2025:2401
Raad van State
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 mei 2025 uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 30 april 2025. Het verzoeker heeft de Afdeling verzocht om herziening op basis van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), maar heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die een herziening zouden rechtvaardigen. De Afdeling heeft overwogen dat herziening alleen mogelijk is onder bepaalde omstandigheden en dat verzoeker in dit geval niet aan de vereisten heeft voldaan. Daarom is het verzoek afgewezen. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.