202500710/2/R2.
Datum uitspraak: 22 mei 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. [verzoeker sub 1] en anderen, wonend in Valkenswaard,
2. Vereniging Groen en Heem Valkenswaard en omstreken en Stichting Brabantse Milieufederatie (hierna: tezamen en in enkelvoud: Groen en Heem), gevestigd te Valkenswaard respectievelijk Tilburg,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Valkenswaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 7 november 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Eurocircuit" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker sub 1] en anderen en Groen en Heem beroep ingesteld.
[verzoeker sub 1] en anderen en Groen en Heem hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[verzoeker sub 1] en anderen, Groen en Heem, de raad en de Nederlandse Rallycrossvereniging (NRV) en Motorvereniging en Motorsport Stichting Valkenswaard (hierna: samen en in enkelvoud: MVV) hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 16 mei 2025, waar [verzoeker sub 1] en anderen, vertegenwoordigd door [verzoeker sub 1], Groen en Heem, vertegenwoordigd door [verzoeker sub 1], bijgestaan door mr. J.E. Dijk, advocaat te Haarlem, en de raad, vertegenwoordigd door ing. R. Mennen, bijgestaan door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting de NRV vertegenwoordigd door mr. J. Schrijnemaekers, advocaat te ‘s-Hertogenbosch en de MVV, vertegenwoordigd door mr. W. Krijger, rechtsbijstandverlener te Baarle-Nassau, als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 12 mei 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2. De bijlage onder deze uitspraak maakt onderdeel uit van de uitspraak.
3. Het plan voorziet in het planologisch borgen van het Eurocircuit en het toekomstbestendig maken van het circuit. Het Eurocircuit is een rallycrosscircuit voor auto’s en motoren dat wordt gebruikt voor wedstrijden en trainingen door de NRV en de MVV. Daarnaast biedt het terrein ruimte aan een wielervereniging, fietscrossvereniging en een politiehondenvereniging voor trainingen.
Belangenafweging
4. Groen en Heem en [verzoeker sub 1] en anderen verzoeken om schorsing van het bestemmingsplan voor zover dat meer mogelijk maakt dan het vorige planologisch regime. Op de zitting is toegelicht dat het verzoek alleen ziet op de gronden met de bestemming "Sport-Motorcrossterrein" en "Sport-Autosportterrein". Groen en Heem en [verzoeker sub 1] en anderen voeren beroepsgronden aan over onder andere: welk gebruik is toegestaan onder het overgangsrecht, de toegestane duur van het gebruik van de baan in relatie tot openstelling van het eurocircuit, stikstofdepositie en gevolgen voor Natura 2000-gebieden, geluidhinder, geurhinder, de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, de watertoets en verkeer.
5. De beroepsgronden en vragen die de beoordeling van deze gronden met zich meebrengen, lenen zich niet voor behandeling in de voorlopige voorzieningenprocedure. Deze beroepsgronden zijn complex en vergen nadere bestudering. Zoals op de zitting toegelicht sluit de voorzieningenrechter niet uit dat de Afdeling in deze zaak de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (STAB) zal inschakelen. Daarom zal de voorzieningenrechter uitspraak doen op basis van een belangenafweging.
6. Op de zitting is gesproken over de verschillende opties die de voorzieningenrechter heeft. Er is gesproken over het schorsen van de plandelen met de bestemming "Sport-Autosportterrein" en "Sport-Motorcrossterrein". Het gebruik van de autosportbaan zou dan weer planologisch gereguleerd worden door het bestemmingsplan "Buitengebied 1977". Anders dan in het voorliggende plan, zijn daarin geen gebruiksbeperkingen of geluidnormen opgenomen voor de autosportbaan. Ook het gebruik van de motorcrossterrein zou worden gereguleerd door het bestemmingsplan Buitengebied 1977. In dat bestemmingsplan had een deel van het motorcrossterrein de bestemming "Voorlopige zandwinning/vuilstort, definitief bos". Partijen zijn verdeeld over de vraag of het gebruik van het motorcrossterrein onder het overgangsrecht valt en het gebruik dus zou mogen worden voortgezet op grond van het bestemmingsplan uit 1977.
6.1. Naast de bovenstaande optie, is ook het voorstel besproken van de raad in samenspraak met de NRV en MVV. Zij hebben bekeken welke evenementen en trainingen er feitelijk plaatsvinden dit jaar en hebben voorgesteld om het plan te schorsen voor zover het meer gebruik toestaat dan de door hun opgegeven activiteiten. De raad heeft daartoe, samen met de NRV en MVV, twee tabellen opgesteld met daarin het feitelijke gebruik. Niet in geschil is dat dit feitelijke gebruik minder is dan hetgeen is toegestaan op grond van het voorliggende plan.
6.2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het beperken van het gebruik van de gronden met de bestemming "Sport-Autosportterrein" en "Sport-Motorcrossterrein" tot wat is aangegeven in de tabellen in de bijlage bij deze uitspraak recht doet aan zowel de belangen van de natuur en omwonenden als de belangen van de NRV en MVV en de raad. Het belang van omwonenden is gelegen in het behoud van hun woon- en leefklimaat, met name wat betreft geluid, en het belang van Groen en Heem is gelegen in het voorkomen van onomkeerbare gevolgen voor de natuurwaarden in omliggende Natura 2000-gebieden. De voorzieningenrechter begrijpt dat Groen en Heem en [verzoeker sub 1] en anderen graag hadden willen zien dat er geen motorsportactiviteiten en minder autosportactiviteiten plaatsvinden, dan nu na gedeeltelijke schorsing wordt toegestaan, tot uitspraak is gedaan in de bodemzaak, maar de voorzieningenrechter dient de belangen van de NRV en de MVV mee te wegen. Zowel de NRV als de MVV zijn (financiële) verplichtingen aangegaan voor aankomende evenementen en trainingen. Daarnaast hebben de activiteiten van de MVV al enkele jaren stilgelegen in verband met handhavingsverzoeken en heeft zij ter zitting aangegeven dat zij failliet zal gaan en niet voort kan bestaan als er geen activiteiten mogen plaatsvinden tot uitspraak is gedaan in de bodemzaak. Ook zijn de publieke belangen die de raad vertegenwoordigd, gelegen in de aantrekkende werking van evenementen naar de gemeente Valkenswaard door de voorzieningenrechter meegewogen.
6.3. Het bovenstaande leidt ertoe dat de voorzieningenrechter het bestemmingsplan zal schorsen voor zover er in artikel 6.3.2., onder 11, van de planregels en artikel 9.3.2, onder 9, van de planregels meer activiteiten zijn toegestaan dan weergegeven in tabel 1 en 2 in de bijlage bij deze uitspraak totdat uitspraak is gedaan in de bodemzaak. Dit betekent dat uitsluitend het gebruik van de autosportbaan en motorcrossbaan zoals weergegeven in tabel 1 en tabel 2 zijn toegestaan. De activiteiten die in de tabellen zijn weergegeven zijn voor een kalenderjaar. Dit betekent dat een deel van deze activiteiten voor 2025 al hebben plaatsgevonden. Voor het overige blijven alle bepalingen uit het bestemmingsplan van toepassing. Dit betekent dat ook de openstellingsdagen en maximale aantal crossuren per dag en de tijdsblokken en de geluidniveaus in de tabellen onder 6.3.2, onder 11 en 9.3.2. onder 9 van de planregels blijven gelden.
7. De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Valkenswaard van 7 november 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Eurocircuit", voor zover het betreft artikel 6.3.2, onder 11 van de planregels en artikel 9.3.2, onder 9, van de planregels voor zover daarin meer activiteiten worden toegestaan dan weergegeven in tabel 1 en tabel 2 in de bijlage bij deze uitspraak;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Valkenswaard tot vergoeding van bij [verzoeker sub 1] en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 791,35, voor € 734,34 toe te rekenen aan deskundigenkosten te verhogen met de daarover verschuldigde omzetbelasting, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
III. veroordeelt de raad van de gemeente Valkenswaard tot vergoeding van bij Vereniging Groen en Heem Valkenswaard en omstreken en Stichting Brabantse Milieufederatie in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1814,00 , geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatige verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Valkenswaard aan [verzoeker sub 1] en anderen het door hun voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrag van € 194,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
V. gelast dat de raad van de gemeente Valkenswaard aan [verzoeker sub 1] en anderen het door hun voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrag van € 385,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Pistoor, griffier.
w.g. Ten Veen
voorzieningenrechter
w.g. Pistoor
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 mei 2025
932
Bijlage I: tabellen
Tabel 1: toegestaan gebruik van de autosportbaan totdat uitspraak is in de bodemzaak. Dit gebruik is toegestaan per kalenderjaar, wat betekent dat sommige van deze activiteiten in 2025 al hebben plaatsgevonden.