ECLI:NL:RVS:2025:2141
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- W. den Ouden
- M. Schuurman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak over parkeerverbod en wegslepen van voertuig
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 14 november 2024. De zaak betreft een parkeerverbod dat gold op 20 september 2023, waarbij de auto van [appellant] in de weg stond van geplande werkzaamheden voor de bekabeling van laadpalen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Tijdens de openbare zitting op 7 mei 2025, waar [appellant] en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag vertegenwoordigd door mr. M.H.F. Bucx aanwezig waren, werd het proces-verbaal van de buitengewoon opsporingsambtenaar besproken. Deze ambtenaar had op ambtseed verklaard dat het verkeersbord E4 met onderbord op 11 september 2023 was geplaatst, wat door [appellant] werd betwist. De Afdeling oordeelt dat de enkele stelling van [appellant] niet voldoende is om te twijfelen aan de juistheid van de documenten van het college. Het college was bevoegd om de auto van [appellant] weg te slepen en in bewaring te nemen, en de kosten hiervan zijn rechtmatig in rekening gebracht. Tevens heeft het college toegezegd [appellant] te helpen met een verzoek om schadevergoeding.