ECLI:NL:RVS:2025:1824
Raad van State
- Hoger beroep
- J.M. Willems
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- J.F. de Groot
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag geldschulden overname op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
Op 2 mei 2023 heeft de minister van Financiën de aanvraag van [appellante] om geldschulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen afgewezen. [appellante] is van mening dat de rechtbank niet heeft onderkend dat haar geldschuld moet worden overgenomen door de minister. Zij beroept zich op het gelijkheidsbeginsel en stelt dat kennissen in een soortgelijke situatie wel een vergoeding van de geldschuld hebben gekregen. De rechtbank Rotterdam heeft op 30 augustus 2024 het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep heeft ingesteld.
In het hoger beroep heeft [appellante] de gronden herhaald die zij eerder in beroep heeft aangevoerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat de rechtbank gemotiveerd op deze gronden is ingegaan en dat [appellante] geen nieuwe redenen heeft aangedragen die de beoordeling van de rechtbank zouden ondermijnen. De Afdeling concludeert dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet met nadere stukken is onderbouwd, wat leidt tot de conclusie dat de gronden van [appellante] niet slagen.
Uiteindelijk is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met mr. J.M. Willems als voorzitter en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt en mr. J.F. de Groot als leden, in aanwezigheid van mr. Y.M. van Soest-Ahlers als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 april 2025.