ECLI:NL:RVS:2025:1774
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit COa inzake verstrekkingen asielzoekers
Op 18 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa). Het COa had op 16 februari 2024 de verstrekkingen aan de appellant, die onder de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 valt, voor de duur van twee weken ingehouden en de appellant overgeplaatst naar een time-out locatie in Zutphen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, had op 25 november 2024 het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.G. Wiebes, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, zoals bedoeld in artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het COa werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 april 2025, en is daarmee een belangrijke beslissing in het bestuursrecht en vreemdelingenrecht, met implicaties voor de behandeling van asielzoekers en de verantwoordelijkheden van het COa.