ECLI:NL:RVS:2025:177
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de burgemeester van Den Haag
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een beroep van [appellant] tegen de burgemeester van Den Haag wegens het niet tijdig nemen van een besluit. De Afdeling had eerder, op 17 april 2024, de burgemeester opgedragen om binnen twaalf weken na die uitspraak een nieuw besluit te nemen. Aangezien de burgemeester geen besluit had genomen, is de termijn overschreden. Tijdens de zitting op 14 januari 2025 is met alle betrokken partijen besproken welke beslistermijn zou moeten worden opgelegd. Uiteindelijk is er overeenstemming bereikt over een uiterste beslisdatum van 14 maart 2025.
De Afdeling heeft het beroep van [appellant] gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit door de burgemeester vernietigd. De burgemeester is opgedragen om uiterlijk op 14 maart 2025 een besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Tevens is bepaald dat de burgemeester een dwangsom verbeurt van € 150,00 per dag voor elke dag dat de termijn voor de bekendmaking van het besluit wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,00. Daarnaast is de burgemeester verplicht om het griffierecht van € 187,00 aan [appellant] te vergoeden.