ECLI:NL:RVS:2025:1622
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel door de minister van Asiel en Migratie
Op 10 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de minister van Asiel en Migratie. De aanvraag was op 19 maart 2025 afgewezen, waarop betrokkene, die om asiel had verzocht, een beroep van rechtswege heeft ingediend. Dit beroep is ontstaan in het kader van een hoger beroep van de minister tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 13 september 2024. De Afdeling heeft in eerdere uitspraken aangegeven dat zaken die onder de reikwijdte van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie vallen, in beginsel aangehouden worden totdat het Hof deze vragen heeft beantwoord. Dit geldt ook voor het hoger beroep van de minister, dat nog steeds is aangehouden. De Afdeling heeft besloten het van rechtswege ontstane beroep tegen het besluit van de minister van 19 maart 2025 door te verwijzen naar de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, voor verdere behandeling. De rechtbank is beter toegerust om asielbesluiten in eerste aanleg te toetsen. De minister hoeft voor dit moment geen proceskosten te vergoeden.