ECLI:NL:RVS:2025:1616

Raad van State

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
202501646/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie

Op 10 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. Betrokkenen, [betrokkene A] en [betrokkene B], hebben beroepen ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank Den Haag had op 21 februari 2025 deze beroepen gegrond verklaard en de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen op de asielaanvragen. Tevens was de minister veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,00 per dag bij overschrijding van deze termijn, tot een maximum van € 7.500,00.

Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De minister vroeg de voorzieningenrechter om de uitspraak van de rechtbank te schorsen. Na afweging van de belangen van beide partijen heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de minister werd afgewezen en de minister werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van betrokkenen, tot een bedrag van € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 april 2025.

Uitspraak

202501646/2/V1
Datum uitspraak: 10 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 februari 2025 in zaken nrs. NL24.42358 en NL24.44527 in het geding tussen:
[betrokkene A] en [betrokkene B]
en
de minister.
Procesverloop
Betrokkenen hebben beroepen ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij uitspraak van 21 februari 2025 heeft de rechtbank die beroepen gegrond verklaard, het met besluiten gelijk te stellen niet tijdig nemen van besluiten vernietigd, de minister opgedragen om binnen zestien weken na de dag van verzending van de uitspraak een besluit te nemen op de asielaanvragen van betrokkenen en bepaald dat zij aan betrokkenen een dwangsom van € 100,00 moet betalen voor elke dag dat zij die termijn overschrijdt, tot een maximum van € 7.500,00.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Betrokkenen hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De minister verzoekt de voorzieningenrechter om hangende het hoger beroep de voorlopige voorziening te treffen dat de uitspraak van de rechtbank wordt geschorst.
2.       Gelet op de belangen die de minister en betrokkenen naar voren hebben gebracht, treft de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening.
3.       Het verzoek wordt afgewezen. De minister moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek af;
II.       veroordeelt de minister van Asiel en Migratie tot vergoeding van bij betrokkenen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.A. de Poorter, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Q. Boon, griffier.
w.g. De Poorter
voorzieningenrechter
w.g. Boon
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 april 2025
977