ECLI:NL:RVS:2025:1523
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit minister van Asiel en Migratie inzake inreisverbod en vertrek uit de Europese Unie
Op 26 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een besluit genomen waarbij appellant werd opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem werd uitgevaardigd. Appellant heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg. Op 18 maart 2025 heeft de rechtbank het beroep van appellant ongegrond verklaard. Hierop heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.T.V. Le, hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 7 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden, zoals bedoeld in artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000.
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 april 2025.