ECLI:NL:RVS:2025:1499
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke opheffing van schorsing van bestemmingsplan voor windpark Rijnenburg en Reijerscop
Op 27 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen Rijnenburg Wind B.V. en de gemeente Utrecht. De zaak betreft een verzoek van Rijnenburg Wind om gedeeltelijke opheffing van een eerdere schorsing van het bestemmingsplan 'Chw bestemmingsplan, Windpark Rijnenburg en Reijerscop'. Deze schorsing was eerder opgelegd op 11 november 2024, toen de voorzieningenrechter besloot dat de besluiten van de raad van de gemeente Utrecht en het college van burgemeester en wethouders van Utrecht tot vaststelling van het bestemmingsplan en verlening van een omgevingsvergunning voor de plaatsing van vier windturbines geschorst moesten worden. De verzoeken om schorsing waren toen toegewezen omdat de betrokken partijen, waaronder de gemeente en Rijnenburg Wind, daarmee instemden.
In de huidige procedure heeft Rijnenburg Wind verzocht om de schorsing op te heffen, zodat zij de benodigde vergunning kan aanvragen voor de meest oostelijk voorziene windturbine. De voorzieningenrechter heeft de schorsing opgeheven voor de plandelen met de bestemmingen 'Bedrijf - Windturbine', 'Agrarisch', 'Water' en 'Verkeer - Verblijfsgebied', maar benadrukt dat er nog niet met de bouw van de windturbines kan worden gestart, aangezien de omgevingsvergunning van 9 juli 2024 nog steeds geschorst is.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat voor het opheffen van een voorlopige voorziening geen novum vereist is, vooral niet in dit geval waar de eerdere schorsing was toegewezen op basis van instemming van de andere partijen. De belangen van Rijnenburg Wind om de vergunning aan te vragen zijn zwaarwegend, maar de belangen van de andere partijen bij een integrale beoordeling van het project, met name op het gebied van verkeersveiligheid, zijn ook in overweging genomen. De voorzieningenrechter concludeert dat het aanvragen van de vergunning bijdraagt aan een integrale beoordeling van het windpark.