ECLI:NL:RVS:2025:1407
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen inreisverbod en vertrekbevel
Op 2 april 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 30 april 2024, verplichtte de vreemdeling om de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en bevatte een inreisverbod. De vreemdeling had eerder beroep aangetekend tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 24 december 2024 het beroep ongegrond had verklaard. In het hoger beroep, vertegenwoordigd door mr. S. Wortel, werd echter niet duidelijk gemaakt waarom de rechtbankuitspraak onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was. De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 april 2025.