ECLI:NL:RVS:2025:1378
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 31 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening en een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie had op 21 november 2024 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De rechtbank had op 7 maart 2025 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. Aziz Maleki-Khodajoo, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, die op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De voorzieningenrechter heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en vastgesteld dat het hoger beroep ongegrond is. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank.