ECLI:NL:RVS:2025:1274

Raad van State

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
202406355/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. ten Veen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen omgevingsvergunning voor antenneopstelpunt in strijd met bestemmingsplan

Op 26 maart 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van [appellant A] en [appellant B] tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 14 november 2023 door het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul is verleend aan Vodafone Libertel B.V. voor het oprichten van een antenneopstelpunt aan de Nachtegaalstraat in Berg en Terblijt. De vergunning is verleend ondanks dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "Initieel Omgevingsplan Valkenburg aan de Geul 2022", omdat de antennemast niet past binnen de bestemming "Recreatie". [appellant], wonend op ongeveer 70 meter afstand van de beoogde locatie, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning, voornamelijk uit vrees voor belemmering van zijn uitzicht. Het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard, wat door de rechtbank is bevestigd in een uitspraak op 9 oktober 2024. In hoger beroep heeft de Afdeling de gronden van [appellant] beoordeeld en geconcludeerd dat deze grotendeels herhalingen zijn van eerdere argumenten. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat er geen aanleiding was om de vergunning te weigeren op basis van mogelijke geluidshinder, aangezien [appellant] zijn claims niet heeft onderbouwd. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202406355/1/R1.
Datum uitspraak: 26 maart 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[appellant A] en [appellant B] (hierna samen en in enkelvoud: [appellant]), wonend in Berg en Terblijt, gemeente Valkenburg aan de Geul,
appellanten,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 9 oktober 2024 in zaak nrs. 24/4033, 24/4034, 24/4063, 24/3330, 24/3334 en 24/3336 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul.
Procesverloop
Bij besluit van 14 november 2023 heeft het college aan Vodafone Libertel B.V. (hierna: Vodafone) een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een antenneopstelpunt aan de Nachtegaalstraat in Berg en Terblijt.
Bij besluit van 23 april 2024 het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 9 oktober 2024 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Vodafone en het college hebben schriftelijke uiteenzettingen gegeven.
[appellant] en Vodafone hebben nadere stukken ingediend.
Geen van de partijen heeft binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht ter zitting te worden gehoord, waarna de Afdeling het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, gelezen in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Awb heeft gesloten.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Als een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft op grond van artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het besluit op die aanvraag onherroepelijk wordt, met uitzondering van artikel 3.9, derde lid, eerste zin, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo).
De aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend op 13 oktober 2023. Dat betekent dat in dit geval de Wabo, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Inleiding
2.       Bij besluit van 14 november 2023 heeft het college aan Vodafone een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een antenneopstelpunt met bijbehorende omheining aan de Nachtegaalstraat in Berg en Terblijt naast het gemeenschapshuis. De omgevingsvergunning is ook verleend voor het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan. Het bouwplan is in strijd met de artikelen 31.1 en 31.2 van de planregels van het bestemmingsplan "Initieel Omgevingsplan Valkenburg aan de Geul 2022" omdat een antennemast niet past in de doeleinden van de aldaar geldende bestemming "Recreatie" en dus niet ten dienste van die bestemming wordt gebouwd.
[appellant] woont aan de [locatie], op ongeveer 70 m afstand tot de beoogde locatie van de zendmast. [appellant] is het hoofdzakelijk niet eens met de locatie van de zendmast, omdat hij vreest voor belemmering van zijn uitzicht.
Het college heeft bij besluit van 23 april 2024 onder verwijzing naar het advies van de bezwaarschriftencommissie het bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] tegen dat besluit ongegrond verklaard.
Beoordeling van het hoger beroep
3.       De gronden die [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd zijn zo goed als een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. [appellant] heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de aangevallen uitspraak onjuist of onvolledig zou zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de overwegingen waarop dat oordeel is gebaseerd. Zij voegt daaraan nog het volgende toe.
De rechtbank heeft terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het college de omgevingsvergunning had moeten weigeren in verband met mogelijke geluidhinder. [appellant] heeft zijn stelling dat de inmiddels gerealiseerd antennemast bij matige wind een hoog modulerende toon veroorzaakt niet onderbouwd. Vodafone heeft daarentegen aangegeven dat er weliswaar twee meldingen zijn gedaan van een dergelijk geluid maar dat die zijn gedaan tijdens stormachtige weersomstandigheden met uitzonderlijke harde wind. Zij heeft aangegeven dat de mast naar aanleiding van die meldingen is geïnspecteerd maar dat - de Afdeling begrijpt onder normale weersomstandigheden - geen geluid is waargenomen. Volgens Vodafone worden dergelijke geluiden ook niet verwacht omdat de mast zo is ontworpen dat geen geluid geproduceerd wordt. Zo zijn openingen in de buisconcstructie dichtgemaakt. Ten overvloede overweegt de Afdeling dat Vodafone zich bereid heeft verklaard nader specifiek onderzoek te doen naar geluid als gevolg van de zendmast bij de woning van [appellant] indien hij dit zou wensen.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
4.       Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Ten Veen
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Driel Kluit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2025
703-1082