202205366/1/A3.
Datum uitspraak: 12 maart 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in Amsterdam,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 juli 2022 in zaak nr. 21/5910 in het geding tussen:
[appellant]
en
de bewaarder van het kadaster en de openbare registers.
Openbare zitting gehouden op 12 maart 2025 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige kamer
griffier: mr. D. Singh
Verschenen:
Partijen zijn niet verschenen.
De bewaarder heeft de Basisregistratie Kadaster bijgewerkt op basis van de inschrijving van een notariële akte in de openbare registers. Als gevolg daarvan staat [appellant] niet meer geregistreerd als rechthebbende van de percelen met kadastrale aanduiding Amstelveen H 17894 A 68, Amstelveen H 17894 A 159 en Amstelveen H 17984 A 174. Bij besluit van 28 augustus 2020 heeft de bewaarder het resultaat van de bijwerking van de Basisregistratie Kadaster aan [appellant] bekendgemaakt. Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft de bewaarder het hiertegen gemaakte bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 27 juli 2022 heeft de rechtbank het door [appellant] ingestelde beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bewaarder terecht geen onderzoek heeft verricht naar de juistheid van de inhoud van de akte of de wijze van totstandkoming daarvan bij de notaris. Hij kan zich daarvoor wenden tot de burgerlijke rechter. Het hoger beroep van [appellant] richt zich tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 juli 2022 in zaak nr. 21/5910.
Gronden:
1. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat in deze bestuursrechtelijke procedure niet de inschrijving van de akte in de openbare registers als zodanig ter beoordeling staat. [appellant] vindt dat de bewaarder onderzoek had moeten verrichten naar de juistheid van de notariële akte. Hij stelt dat de in deze zaak betreffende akte is genomen door een corrupte notaris die documenten heeft vervalst. Hierdoor werd het appartement van [appellant] met twee parkeerplaatsen op de veiling verkocht.
2. Uit artikel 39, tweede lid, van de Kadasterregeling 1994, volgt dat indien de inschrijving in de openbare registers een wijziging betreft in de rechtstoestand naar burgerlijk recht dan wel een wijziging of aanvulling van de gegevens omtrent een rechthebbende en die inschrijving aanleiding geeft tot een wijziging of aanvulling van de in de basisregistratie kadaster vermelde gegevens, laatstbedoelde gegevens met het ingeschreven stuk in overeenstemming worden gebracht, tenzij de inschrijving betrekking heeft op een erfdienstbaarheid.
3. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat de bewaarder op grond van dit artikel slechts de gegevens van de betreffende percelen in de Basisregistratie Kadaster in overeenstemming brengt met de gegevens in de openbare registers. De bewaarder heeft hierin slechts een lijdelijke rol, wat betekent dat het niet zijn taak is om de juistheid van de inschrijving in de openbare registers te controleren. De bewaarder hoefde dus geen onderzoek te doen naar de juistheid van de notariële akte.
w.g. Drop
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Singh
griffier
190-990