ECLI:NL:RVS:2025:1102
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake bewaring vreemdeling
Op 13 januari 2025 heeft de minister de vreemdeling in bewaring gesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, heeft op 31 januari 2025 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J. van Bennekom, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 maart 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld en de Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over. Er zijn geen vragen in het hogerberoepschrift die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden. De Afdeling ziet ook geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.